Basiscursus fotografie: de lente
De meteorologische lente start op 1 maart, maar vanaf half februari komt het voorjaar al voorzichtig op gang. De zon klimt stillaan wat hoger en op een windstille dag is het dan ook genieten van de eerste warme zonnestralen. De lente hangt in de lucht en de natuur maakt zich klaar voor een nieuw jaar. Bomen en struiken vormen de eerste knoppen. Narcissen en krokussen steken voorzichtig hun kop boven de grond. Vogels worden actiever en fluiten enkele schuchtere strofen en de grutto’s en ooievaars komen met mondjesmaat toe. Het is uiteraard nog even wachten tot wanneer het voorjaar in alle hevigheid losbreekt. De piek van de lente valt immers tussen half april en half juni maar ook nu valt er al heel wat te beleven. Hoog tijd dus om je cameramateriaal en statief van onder het stof te halen en het veld in te trekken.
Zet de wekker vroeg, zodat je voor dag en dauw in het veld bent om de ochtendsfeer vast te leggen.
Nikon D800E - f/13 - 1/30 sec - 16mm
Cameramateriaal
De grote verscheidenheid aan onderwerpen die je in de natuur vindt, vraagt ook om specifiek materiaal. Misschien zijn landschappen wel het meest toegankelijk. Naast een camera, kom je in principe met een kitlens (bv. een 18-55mm f/3.5-5.6) al een hele eind. Voor vele fotografen is dit dan ook de uitrusting waarmee ze de eerste stappen in natuurfotografie zetten. Toch is de kwaliteit van zo’n kitlens niet optimaal. Wie hogere eisen stelt aan de beeldkwaliteit zal deze lens al snel willen vervangen door een scherper en lichtsterker model. Een 24-70mm f/2.8 of een 24-105mm f/4.0 lens gecombineerd met een fullframe camera zijn populair onder landschapsfotografen. Een lens met dergelijk bereik laat je toe om landschappen zowel weids als meer in detail te fotograferen. Wie over een APS-C camera beschikt moet rekening houden met een vergrotingsfactor van ongeveer 1,5x. In dat geval kijk je dus best uit naar een lens specifiek ontwikkeld voor dat type camera. Het equivalent voor een 24-105mm lens is dan bijvoorbeeld een 15-85mm. Die vergrotingsfactor komt handig van pas voor wie vogels en dieren wil fotograferen. Om het onderwerp beeldvullend te fotograferen heb je immers een grotere brandpuntsafstand nodig. Populaire en nog min of meer betaalbare lenzen voor wildlife fotografie zijn onder meer de 300mm f/4.0 of een 100-400mm f/4.5-5.6.
Wie het allemaal wat kleiner ziet en liever bloemen en insecten fotografeert, heeft dan weer nood aan een macrolens. Macrolenzen zijn specifiek ontworpen om kleine onderwerpen in beeld te brengen. Ze kunnen scherpstellen vanop zeer korte afstand en vergroten als het ware het onderwerp. Elk merk heeft z’n eigen macrolens, waarbij de 100mm f/2.8 ongetwijfeld de populairste is. Wie niet meteen zo’n grote investering wil maken, kan ook gebruikmaken van extension tubes of tussenringen. Dit zijn holle ringen die tussen de lens en de camera geplaatst worden en de beeldafstand vergroten. Hierdoor wordt het beeld op de sensor groter en verkleint de scherpstelafstand. Deze ringen bevatten geen glas, waardoor je niets aan kwaliteit verliest. Met behulp van deze ringen kan je met een standaard lens zoals de 24-105mm toch kleine onderwerpen in detail fotograferen.
Naast de camera en lens is ook een statief een absolute noodzaak. Kies een statief zonder of met een kantelbare middenzuil zodat je vanaf een laag standpunt kunt fotograferen. Op dat statief hoort een degelijke statiefkop. Een balhoofd is misschien wel de meest flexibel keuze en laat je toe om met één knop bijna alle bewegingen uit te voeren. Zo’n balhoofd werkt ook prettiger dan een driewegkop, waarbij je vaak drie hendels moet bedienen om in de juiste positie te geraken.
Voorjaarsbloeiers
Vanaf half maart komen de bossen weer tot leven. Eén van de eerste planten die massaal aan het bloeien gaat is het bosanemoontje. Deze bloemen komen in nagenoeg héél Nederland voor en je vindt ze ongetwijfeld in de bossen bij jou in de buurt. Deze mooie witte bloemen zijn niet alleen een zeer populair onderwerp, je kunt er ook tal van richtingen mee uit. Ze bloeien vaak in grote dichtheden en hier en daar vind je dus tapijtjes met deze bloemen. Je kan dan bijvoorbeeld op zoek gaan naar een mooie boomstam die volledig wordt omgeven door deze witte parels. De beste resultaten zal je bereiken door vanuit een laag standpunt met een telelens (bv. 70-200mm) te fotograferen. Zo vermijd je niet alleen storende elementen, de lange brandpuntsafstand van een telelens verkleint de afstand tussen verschillende objecten, waardoor het lijkt alsof de bloemen veel dichter op elkaar staan. Als je van plan bent om bosanemoontjes te fotograferen, hoef je niet speciaal vroeg uit bed te kruipen. Deze bloemen openen hun blaadjes pas als het warm en zonnig genoeg is. Een koude grijze dag kan je dus beter vermijden, want dan hangen ze met hun kop naar de bodem gericht.
Door met beperkte scherptediepte te fotograferen krijg je vaak mooie effecten in de achtergrond. Stel scherp op het hart van de bloem.
Nikon D4s - f/3.3 - 1/400 sec - 150mm macro
Je kunt deze bloemen natuurlijk ook meer in detail fotograferen. Kies voor een laag standpunt en maak oogcontact met het onderwerp. Zo krijg je de meest intieme foto’s. De mooiste effecten krijg je wanneer je een bloem isoleert tegen een zachte achtergrond. Probeer daarom storende elementen te vermijden, want die trekken de aandacht weg van het onderwerp. Door met weinig scherptediepte te fotograferen (bv. f/2.8) hou je de achtergrond zacht. Bovendien krijg je ook een mooi bokeh. Onder bokeh verstaan we de manier waarop de lens de niet scherpe delen in de foto weergeeft. Met bokeh kun je experimenteren en erg leuke effecten creëren. Je gaat dan niet alleen op zoek naar een goed onderwerp, nu speelt ook de achter- en voorgrond een belangrijke rol. Je kunt bijvoorbeeld het onderwerp in de schaduw plaatsen, terwijl de achtergrond fel belicht blijft zodat mooie kleureffecten ontstaan. Valt er geen schaduw op de bloemen, dan kan je ook je lichaam gebruiken om wat schaduw te maken. Een andere mogelijkheid is door de vegetatie heen te fotograferen zodat een diffuus kader rondom de bloemen ontstaat en het onderwerp extra wordt benadrukt. Tot slot kan je met een wijdere lens vanuit een laag standpunt de bloemen fotograferen in de omgeving van het boslandschap.
Besteed aandacht aan de compositie. Je probeert doorgaans te vermijden dat het onderwerp in het midden staat, maar regeltjes zijn er natuurlijk ook om af en toe eens te verbreken. Controleer ook steeds de randen van de foto, zodat er geen storende elementen opduiken. Gebruik de live view functie om het beeld en de compositie rustig te bestuderen.
Experimenteer met lichtvlekken in de achtergrond voor verrassende resultaten.
Nikon D4s - f/4.2 - 1/2000 sec - 150mm macro
Bij macrofotografie is de scherptediepte vaak miniem en de autofocus laat het in de meeste gevallen afweten. Gebruik daarom manuele scherpstelling. Met de live view functie kan je inzoomen op het onderwerp en de scherpstelling perfect regelen. Stel bij bloemen steeds scherp op het ‘hart’ van de bloem, zo krijgt de kijker de indruk dat alles scherp is. Bovendien is live view handig om te werken vanuit benarde posities, waarbij je met het hoofd nauwelijks tot bij de zoeker geraakt.
Boshyacinten en daslook
Wanneer de bloei van de bosanemoontjes op zijn einde loopt, komen de boshyacinten in bloei. Je vindt ze doorgaans in dezelfde bossen en ook deze plant bloeit er vaak uitbundig. Met hun paarse klokjes vormen ze een kleurrijke verschijning. Je kunt ze opnieuw op tal van manieren in beeld brengen. Experimenteer met licht, scherptediepte en bokeh. Het Hallerbos nabij Brussel is de place-to-be als het over boshyacinten gaat, maar daar is het jammer genoeg tegenwoordig héél erg druk. Ga daarom op zoek naar een locatie bij jou in de buurt, dan hoef je niet zo ver te rijden en heb je deze locatie misschien wel helemaal voor jezelf.
Na de boshyacinten gaat ook de Daslook aan het bloeien. Deze geurige plant vind je vaak in de buurt van water in de nattere delen van het bos. In zuid Limburg in de valleien van de Gulp en de Geul of in het Polderpark Cronesteyn in Leiden bloeien ze met duizenden en ze trekken bovendien tal van insecten aan. Op dat moment staan ook de bomen en struiken vol frisgroene bladeren en gecombineerd met de talloze witte bolvormige bloemen van de daslook levert dat vaak leuke boslandschappen op.
Als je door de vegetatie heen fotografeert ontstaat vaak een mooi diffuus kader rondom het onderwerp.
Nikon D800E - f/2.8 - 1/500 sec - 105mm macro
Daslook groeit vaak uitbundig en trekt allerlei insecten aan. De beperkte scherptediepte creëert een dromerig effect.
Nikon D4s - f/3.3 - 1/500 sec - 150mm macro
Tijdens de ochtend maak je het meest kans op zacht licht. Dauwdruppels geven het beeld extra sfeer.
Nikon D600 - f/3.3 - 1/2500 sec - 150mm macro
Kievitsbloemen en orchideeën
We verlaten de bossen en gaan nu in open terrein op zoek naar misschien wel één van de mooiste bloemen in Nederland. De kievitsbloem die in april bloeit, vind je hoofdzakelijk bij het Zwarte Water en de Overijsselse Vecht in Zwolle. Deze zeldzame plant komt daar nog in grote aantallen voor. Ze bloeit daar in open terrein dus je kunt ze ’s morgens gemakkelijk in tegenlicht fotograferen. Kies opnieuw voor beperkte scherptediepte, dan blijft de achtergrond mooi zacht. Heb je bovendien het geluk dat het gras bedekt is met dauwdruppels dan krijg je erg sfeervolle beelden, waarbij de waterdruppels als diamanten schitteren in de foto.
Ten slotte zijn ook orchideeën een geliefkoosd onderwerp bij natuurfotografen. Ze bloeien iets later in juni. Bepaalde orchideeënsoorten zijn echt prachtig, maar ze komen niet zomaar overal voor. Je kunt dus best online even zoeken waar je ze precies kunt vinden.
Er ontstaan vaak mooie kleurschakeringen, wanneer het onderwerp in de schaduw blijft, terwijl de achtergrond in de zon zit.
Nikon D4s - f/3.8 - 1/320 sec - 150mm macro
Weide- en rietvogels
In het voorjaar zijn zangvogels volop actief met het zoeken naar een partner en het maken van een nest. In deze periode zijn ze misschien wel het gemakkelijkst in beeld te brengen. In en langs grachten vind je rietkragen waar deze zangvogels vaak bovenaan een rietstengel uitbundig zitten te zingen in de hoop een vrouwtje te imponeren. Wil je vogels optimaal in beeld brengen, dan zal je moeten gebruikmaken van een schuiltent of camouflagenet. Vaak kiezen soorten zoals de blauwborst of de rietgors steeds hetzelfde plekje uit om hun concert te laten horen. Je kunt dus vooraf op verkenning gaan en deze plaatsen proberen lokaliseren. Vogels zijn ongetwijfeld het actiefst in de ochtend. Je moet dus voor dag en dauw in het veld zijn om je tentje op te zetten en rustig te wachten tot wanneer je onderwerp zijn verschijning maakt. Wees geduldig, want de natuur laat zich niet dwingen. Probeer bovendien alle verstoring tot een minimum te beperken.
Het onderwerp hoeft niet steeds beeldvullend te zijn. In deze foto krijg je ook een idee van het biotoop waarin deze roodborsttapuit leeft.
Canon EOS 40D – f5.6 - 1/800 sec – 400mm
Hou er rekening mee dat je onderwerp steeds in beweging zal zijn. Daarnaast fotografeer je met de telelens op een vrij grote brandpuntsafstand. Als je dus wilt dat de beelden scherp zijn, moet je ervoor zorgen dat de sluitertijd kort genoeg blijft. Een sluitertijd van 1/100 vanaf statief of 1/400 wanner je uit de hand fotografeert is het minimum. Stel de lichtgevoeligheid of ISO eventueel wat hoger in als je merkt dat de sluitertijd te lang wordt. Kies bovendien voor weinig scherptediepte (bv. f/4.0 – f/5.6) of dus een grote diafragmaopening. Zo krijg je niet alleen meer licht binnen, ook de achtergrond blijft mooi zacht. In tegenstelling tot bij macrofotografie fotografeer je nu wel met autofocus, want bij bewegende onderwerpen is manueel scherpstellen lastig. Je kunt het scherpstelpunt van de camera veranderen zodat het onderwerp niet altijd in het midden staat. Geef de vogel steeds ruimte in de richting waarin hij kijkt of vliegt, anders lijkt het alsof hij gevangen zit in het fotokader. Lukt het fotografisch niet meteen, vergeet dan niet om gewoon te genieten van de prachtige ochtendsfeer. Ook de intense natuurbeleving, om verscholen in een schuiltent, een vogel- of diersoort van zo dichtbij te kunnen observeren is op zich een unieke ervaring.
Kleurrijk vogeltje
Een andere kleurrijke verschijning, die je steevast langs beken en waterlopen vindt, is het ijsvogeltje. Deze prachtig blauw en oranje gekleurde vogel is misschien wel de mooiste vogel die je bij ons kunt zien. Ze zijn echter vrij schuw en meestal zie je ze dus gewoon voorbij flitsen. Toch zijn ze eigenlijk niet zo moeilijk om in beeld te brengen. IJsvogels broeden in de buurt van water in holtes die ze graven in aardewanden of in de kluiten van een omgevallen boom. Als je een nest kunt lokaliseren dan volstaat het om een schuiltentje te plaatsen van waaruit je ze kunt fotograferen. Je kunt een tak plaatsen in de buurt van hun nest en je camera daarop richten. De vogel komt ongetwijfeld regelmatig op die tak zitten vooraleer hij zijn nest invliegt. Beperk verstoring tot een minimum, het zou zonde zijn dat de ijsvogel zijn nest met jongen verlaat omdat jij onvoorzichtig te werk bent gegaan.
Door gebruik te maken van een schuiltentje kan je de schuwe ijsvogel vaak gemakkelijker fotograferen.
Canon EOS 40D - f/6.3 - 1/200 sec – 400mm
Sfeervolle landschappen
Zonnige dagen gevolgd door koele en windstille nachten zijn ideaal voor de vorming van nevel en mist. Gecombineerd met wat zonlicht bij zonsopgang zijn het de omstandigheden waar elke landschapsfotograaf naar uitkijkt. Probeer vooraf enkele locaties uit te zoeken en ideeën te vormen voor foto’s te die je wilt maken. Zo verlies je ’s morgens geen tijd en kan je het mooiste moment van de dag optimaal benutten. In tegenstelling tot macro- en wildlifefotografie, fotografeer je landschappen wel met veel scherptediepte. Je wilt immers dat het ganse landschap mooi scherp is. Een diafragma tussen f/11 en f/16 is hiervoor ideaal. Je stelt de ISO best zo laag mogelijk in (bv. ISO100), maar hou rekening met de omstandigheden. Bij weinig licht of bij veel wind loop je de kans dat trillingen tot onscherpe foto’s leiden, zelfs wanneer je vanaf een statief werkt. Op die momenten kan je de ISO dus best wat hoger instellen, zodat de foto’s zeker scherp zijn.
Probeer composities spannend en dynamisch te houden door de horizon op 1/3 of 2/3 van het beeld te plaatsen en vermijd om die steeds in het midden te zetten. Naast sfeer en licht moeten uiteraard nog meer elementen in de foto aanwezig zijn om de kijker te boeien. Creëer diepte en dynamiek en hou de foto interessant van voor naar achter. Hiervoor kan je gebruikmaken van voorgrondelementen en lijnen. Dat kan een beekje zijn dat wegkronkelt in het landschap, een steiger die boven het meer uitsteekt of enkele verweerde paaltjes die je langs een weiland of akker vindt. Dergelijke zaken grijpen de blik van de kijker en begeleiden het oog doorheen de foto. Aan de horizon zorg je voor een aandachtspunt. Dat kan bijvoorbeeld het silhouet van windmolen zijn of een boom die half boven de mist uitsteekt.
Een gracht zorgt voor diepte en neemt de kijker mee richting het brugje
Nikon D4s - f/13 - 1/160 sec - 340mm
Mist en tegenlicht zijn de perfecte combinatie voor sfeervolle opnames. De koeien vormen een belangrijk aandachtspunt in de voorgrond.
Nikon D810 - f/11 - 1/60 sec - 135mm
Contrast en filtergebruik
Een nevelige ochtend is ongetwijfeld op z’n mooist wanneer je in tegenlicht fotografeert bij het langzaam opkomen van de zon. Op die momenten slaagt de camera er meestal niet in om het enorme contrastverschil tussen de felle lucht en de donkere voorgrond goed weer te geven. Je krijgt dan een goed belichte lucht, maar de voorgrond is helemaal zwart. Of omgekeerd, de voorgrond is nu wel goed belicht, maar de lucht is helemaal uitgebrand. In die gevallen moet je gebruikmaken van grijsverloopfilters om het enorme contrastverschil onder controle te houden. Dergelijke filters zijn gedeeltelijk donker en gedeeltelijk licht. Het donkere gedeelte plaats je over de lucht. Hierdoor wordt de lucht voor de camera schijnbaar minder fel. Het contrastverschil tussen de lucht en de voorgrond verkleint en de camera slaagt er nu wel in om zowel lucht als voorgrond goed weer te geven.
Klein gespuis
Nu de lente op volle toeren draait verschijnen ook de eerste insecten en vlinders. Het oranjetipje is één van de eerste vlinders die in april verschijnt. Dit kleine vlindertje met oranje vleugeltoppen is een dankbaar onderwerp. De waardplant van het oranjetipje is de pinksterbloem. Een plant die je in het voorjaar in natte wei- en hooilanden en moerassen vindt. Op deze plant legt het oranjetipje zijn eitjes en je vindt deze vlinders dus steeds in de buurt van deze bloemen. Overdag zijn vlinders moeilijk in beeld te brengen, ze blijven geen seconde stilzitten. Opnieuw is de ochtend daarom het beste moment om ze te fotograferen. Een koele nacht heeft ze afgekoeld en ze blijven rustig zitten. Ga vooraf op zoek naar locaties waar veel pinksterbloemen staan en kijk of ze ook veel vlinders aantrekken. Zo krijg je een idee wat er allemaal vliegt en kan je beter inschatten of je ’s morgens wel kans maakt om er een oranjetipje te vinden, rustend op een pinksterbloem en bedekt met dauwdruppels.
Pinksterbloemen trekken het oranjetipje aan. ’s Morgens zijn deze vlinders rustig en kan je bijvoorbeeld high key beelden maken wanneer je tegen de lucht in fotografeert.
Nikon D4s - f/14 - 1/125 sec - 150mm macro
Rond vennen vind je vaak heidelibellen die na een koele nacht soms helemaal onder de dauwdruppels zitten.
Nikon D800E - f/7.1 - 1/160 sec - 150mm macro
Naast oranjetipjes trekken pinksterbloemen ook tal van andere insecten aan, waaronder het klein geaderd witje. Ook deze vlinder levert ongetwijfeld mooie plaatjes op. Je kunt hem bijvoorbeeld in tegenlicht fotograferen wanneer de zon opkomt. De vleugels van de vlinder lichten dan mooi op in het zonlicht. Let echter goed op de belichting wanneer je in tegenlicht fotografeert. Raadpleeg het histogram en zet de hooglichten prioriteit aan om uitgebrande delen te vermijden.
Wat later op het jaar verschijnen ook de eerste waterjuffers en libellen. Die vind je uiteraard vooral in de buurt van water. Nederland is rijk aan water, dus ook op verschillende plaatsen bij jou in de buurt vind je ongetwijfeld een aantal van deze insecten. Een nog grotere diversiteit aan libellen en waterjuffers vind je in en langs vennen in de buurt van heidegebieden. Je treft ze er ’s morgens vaak hangend in de oevervegetatie met hun vleugels helemaal bedekt met dauwdruppels. Gebruik alle bovenstaande tips om ze op een creatieve manier in beeld te brengen.
Conclusie
Zoals je ziet is er in het voorjaar op fotografisch vlak héél veel te beleven. De natuur is in volle bloei en bruist van het leven. Je kunt echter niet alles fotograferen. Je doet er dus goed aan om vooraf een planning op te stellen. Zo vermijd je om als een kip zonder kop van het ene naar het andere onderwerp te hollen. Je hoeft trouwens niet naar de andere kant van het land om mooie foto’s te maken, bij jou in de buurt valt er ongetwijfeld heel wat te beleven. Ga vooraf op verkenning om de beste hoekjes en de leukste soorten te lokaliseren. Zo weet je ’s morgens meteen waar naartoe en kan je de momenten met de mooiste sfeer en het beste licht optimaal benutten. Als je voor dag en dauw in het veld wilt zijn, dan moet je al eens vroeg uit de veren. Het hoort er jammer genoeg bij, maar zeg nou zelf: wat is er leuker dan in deze drukke tijden even het gevoel te hebben alleen op de wereld te zijn en te kunnen genieten van natuur en stilte?
Fotografietips
- Gebruik mobiele apps zoals WeatherPro of Windfinder om het weer beter in te schatten.
- Probeer minimum een half uur voor zonsopgang in het veld te zijn. Het mooiste moment van de dag is zo voorbij.
- Op zonnige dagen, gevolgd door koele windstille nachten is de ochtend steevast het beste moment. Is het weer eerder wisselvallig met af en toe zon, wolken maar ook een stevige bui, dan zijn de omstandigheden ’s avonds vaak het mooist.
- Ga rustig te werk. Concentreer je op het onderwerp en neem de tijd om het optimaal in beeld te brengen. Je kan geen 10 onderwerpen fotograferen op 1 ochtend.
- Op de website www.waarneming.nl kan je raadplegen waar en wanneer bepaalde dier- of plantensoorten gezien worden.
- Leer ook wat bij over de natuur, die kennis helpt je ongetwijfeld ook bij het fotograferen.
Natuuragenda
- Februari: De eerste sneeuwklokjes en krokussen verschijnen. Grutto’s en ooievaars komen terug uit het zuiden.
- Maart: Bosanemoon, speenkruid en sleutelbloemen staan in bloei. De padden- en kikkertrek is begonnen.
- April: Vanaf half april bloeien de boshyacinten. Blauwborsten en rietgorzen zitten volop te zingen. De eerste vlinders, waaronder het oranjetipje, verschijnen. De vogeltrek is volop aan de gang. Ondergelopen akkers en weilanden zijn ideaal om steltlopers te fotograferen en ook de ijsvogel is volop aan het nesten.
- Mei: Daslook staat in bloei. Alle bomen en struiken staan in het blad. Zonnige dagen met mistige ochtenden komen in deze periode vaak voor. Vochtige graslanden met grote ratelaar en boterbloemen zorgen voor mooie gele bloemenweides. De landbouw draait op volle toeren en op het platteland valt er heel wat te beleven.
- Juni: Vlinders en libellen vliegen volop. De gerst- en tarwevelden worden volwassen. Waterlelies en klaprozen staan in bloei en juni is tevens de maand voor orchideeën.